Maand: maart 2020

Jan Costermans, Antwerpen X 1852-1994

Antwerpen X

Jan Costermans, Antwerpen X 1852-1994

De historiek van de plaatselijke post omvat veel meer dan op het eerste zicht lijkt. Sommige filatelisten specialiseerden zich daarin. De stempels van het postkantoor, de periode voor er een kantoor was, de tijd zonder postzegels, gelegenheidsafstempelingen: het kan vele kanten op.

Ook de historiek van de aanwezigheid van post, telefoon en telegraaf blijft toch nog onderbelicht. De titel van deze uitgave is dan een veelbelovende aanvulling op deze thematiek.

Na uitleg over de naam Antwerpen volgen een zeer korte schets van het verleden van de stad en een beschrijving van het wapenschild. Dan volgen twee bladzijden tekst over de postgeschiedenis, een bladzijde over de familie de Tassis, en drie bladzijden over het centraal station.

De eigenlijke geschiedenis van Antwerpen X begint op p. 13, met vooral afdrukken van beslissingsnota’s en enkele datumstempels. Van 1950 tot 1959 bestond er een helikopterpost en er zijn ook enkele bladzijden voorbehouden aan de relatie met Amerika en Congo.

De rest van het boek gaat over het complex Antwerpen X, waarbij toch wat plaats is ingeruimd voor de aanwezige sorteermachines en de opbouw van het nieuwe centrum (1988-1994). Het sociale leven krijgt ook aandacht.

Een mooie eerste poging, met vooral aandacht voor de periode 1955-1985. “De” historiek van Antwerpen X vraagt echter nog meer verdieping.

Jan Costermans, Antwerpen X 1852-1994, 89 p., geen ISBN.

Delen:
Berlare in prentkaarten

Berlare in prentkaarten

Berlare in prentkaarten

Maar liefst 178 prentkaarten geven een beeld van Berlare en Berlare-Donk in de periode van pakweg 1890 tot 1945. Dat is eigenlijk de kern van dit boek.

Het is een beproefd concept: per pagina één prentkaart. Maar het gaat om meer dan prentjes kijken. Elk beeld wordt vergezeld van een uitleg die toelaat alles goed te situeren. Soms is dat maar één zinnetje. Maar soms gaat het om een beschrijving van wie er woonde van huis tot huis, of van het belang van het beeld in de Berlaarse geschiedenis. Zo vertelt de auteur meer over de kerk bijvoorbeeld, of over de Schelde. Op het einde geeft hij nog wat mee over het ontstaan van de prentkaart.

“De kroon zetten op jarenlange speur- en verzamelactiviteit”, zegt het voorwoord, moest dit boek doen. We schrijven 1984. De heemkundige beweging stond in de puberschoenen, na een groei in de jaren ’70 met als hoogtepunt het “jaar van het dorp” (1978). Op dat moment was dit boek inderdaad “de kroon”. Vandaag zouden we toch wat meer verwachten aan bronmateriaal dan een De Potter en Broeckaert en De Seyn. Maar, dat gezegd zijnde, vele bronnen zijn samengevat in de zin “vele contacten met inwoners en opzoekingen in officiële documenten”. Ze worden niet nader gespecificeerd. Spijtig.

Toch blijft dit boek op het vlak van iconografie een mijlpaal in de publicaties over Berlare. Een betere beschrijving van wat er te zien is, zal ook moeilijk vallen, omdat er geen getuigen meer uitleg kunnen verschaffen. In die zin blijft het een uniek en aan te raden werk.

Antoine Adam – de auteur – wordt trouwens alleen in de inleiding genoemd. Zijn naam had gerust op de kaft gemogen. De druk is zeer verzorgd en de illustraties duidelijk.

Antoine Adam, Berlare in prentkaarten, Berlare, 1984, Heem- en Oudheidkundige Kring, 206 p., ill.

Delen:
Korsendonk

Korsendonk

Korsendonk

Tussen Ardendonk, Tielen en Turnhout vinden we de gerestaureerde overblijvende gebouwen van de priorij Corsendonk / Korsendonk. Zij maakte deel uit van de Augustijnenorde, meer bepaald de tak van Windesheim (in Overijssel/Nederland).

Gesticht in 1395 door Maria van Brabant en gesloten door keizer-koster Jozef II. De Fransen verkochten de gebouwen. Zij bleven in privéhanden tot op heden. Eind jaren ’60 werden zij grondig gerestaureerd, op initiatief van Fernand Nédée. Het boek opent met een korte schets van deze man (1930-1980) die Korsendonk voor de toekomst veilig stelde.

Het werk geeft een geschiedenis van de priorij, rond vier peridoen: stichting, bloei, crisis, herleving en afschaffing.

Het beschrijft de religieuze betekenis van Korsendonk. De priorij speelde een rol in de hervormingsbewegingen van de late Middeleeuwen en de contrareformatie.

Een derde deel gaat over het geestelijk leven – de intellectuele belangstelling en de kunst.

Tenslotte wordt aandacht besteed aan de gebouwen en de restauratie.

Een bibliografie en tijdtabel sluit het boek, dat mooi geïllustreerd werd.

L. Persoons, H. de Kok, L. Fornoville, R. Peeters, Korsendonk, 1985, 128 p., ill., D/1985/4327/1.

Delen:
Dialectenboek Anzegem

Dialectenboek Anzegem

Dialectenboek Anzegem

Ae’s ge dat lui’ë leest, teus hoörde hoe da’ me wilder klapp’n al de kant’n van Anzegêm
Klanken, woorden en zegswijzen uit de streek van Anzegem, Avelgem, Kruishoutem, Oudenaarde, Waregem (Potegem), Wortegem-Petegem, Zingem, Zwevegem (Moen, Heestert, Otegem) en verder tot in… Deerlijk, Zulte, Aarsele, Ruislede, …


Geen zakwoordenboek. Daarvoor is deze turf niet geschikt. Alles tezamen 702 bladzijden. Alstublieft.

We beginnen achteraan. Kwestie van even tegendraads te doen. Het grootste deel van het boek zit immers achteraan: het dialecticon (p.236-679). In één richting: Anzegems-Nederlands. De woorden krijgen achter zich de betekenis en veelal ook een voorbeeldzin. Die voorbeeldzinnen zijn niet vertaald. De herkomst van de woorden wordt ook niet meegegeven. Dat laatste is minder bezwaar. De eerste opwerping is, voor raadplegers die het Vlaams niet machtig zijn, toch moeilijker om alles in context te zien. Anderzijds was alles dan nog eens zo dik geworden.

Het middendeel omvat gezegden en spreekwoorden (p. 214-235). Volkswijsheden over mannen, vrouwen, over praten en zwijgen, aftelrijmpjes en dies meer.

In het eerste deel werden een aantal woorden en zegswijzen gegroepeerd per onderwerp. Naast een inzicht in de streektaal, geeft het ook een kijk achter de schermen wat betreft zeden en gewoonten. Door de taal kan je een groot deel van de cultuur opsnuiven. We zien passeren: de levensloop, het uiterlijk, gezondheid en ziekte, relaties, werken, kleren, eten en drinken, tijd en meten, boeren en weer, natuur en kerk en school. Dat in die gehele bloemlezing tal van uitdrukking naar voren komen die een glimlach ontlokken, zal niet verbazen. Dat iemand met zijn gat noten kan kraken (bang zijn) bijvoorbeeld. En “zinne ressoor ês gesprongen”, hoe luguber dat ook is. En “wa’ zij”ë mee ’n mieljoen ae’s ge nie’ kunt skijt’n?” Wijsheid om even stil van te worden…


De Davidsfonds Dialect Werkgroep leverde met dit boekwerk een huzarenstukje af. Het boek is ondertussen quasi onvindbaar geworden.


Tot in ’t slijt van de prêt ên ’t pikk’n van d’n andsjoen!


Ae’s ge dat lui’ë leest, teus hoörde hoe da’ me wilder klapp’n al de kant’n van Anzegêm, diverse medewerkers, [2007], 702 p.

Delen:
De Panne in oude prentkaarten

De Panne in oude prentkaarten

De Panne in oude prentkaarten

De Toenboekjes hernamen zo’n 25 jaar geleden de uitgaves van de jaren ’70 waarin oude postkaarten werden samengebracht. Bijna heel Vlaanderen kreeg zijn dorp in oude prentkaarten aangeboden; of de binnenvaart, of oude beroepen.

Het is natuurlijk leuk te grasduinen door de 76 ansichtkaarten die aan de lezer worden aangeboden. De bijgaande uitleg is zeer summier gehouden.

Hier werd gekozen voor een tweetalige uitgave. De uitleg is weliswaar summier, maar het Nederlands is eigenlijk een vertaling van het Frans. Het zorgt voor ongemakkelijke zinsconstructies. De Franse teksten klinken en lezen veel beter. Dat zorgt voor een amateuristische uitstraling van de Nederlandstalige tekst. Voor een boekje over een Vlaamse gemeente is dat eigenlijk onvergeeflijk.

Gelukkig is de waarde van dit boekje vooral te vinden in de rijkdom van de afbeeldingen, die goed van kwaliteit zijn.

Georges Renoy, De Panne in oude prentkaarten / La Panne en cartes postales anciennes, 1997 (herdruk van 1972), Toenboekje, 80 p., ISBN 9028865004.

Delen:
Opdorp onder het juk 1914-1918

Opdorp onder het juk 1914-1918

Opdorp onder het juk 1914-1918

Heemkunde en volkskunde herleefden in de jaren ’70. Het jaar van het dorp (1978) markeerde sterk die hernieuwde interesse voor de plaatselijke gemeenschap. Verschillende heemkringen ontstonden. Zij waagden zich ook aan publicaties. Met de middelen van toen. Zo ook de Heemkring van Buggenhout die de naam Ter Palen kreeg.

Dit boek is zo’n gestencilde uitgave. Vier foto’s rijk. Meer niet, want meer lag niet binnen de mogelijkheden. Maar het maakt er het geheel niet minder interessant om.

In dit boek gaat de auteur dieper in op de gevolgen van de Grote Oorlog voor de gewone bevolking te Opdorp (sinds 1965 gefusioneerd met Buggenhout). Een tijd van opeisingen: vee, oogst tot zelfs deurklinken en rot fruit.

In vele publicaties van die tijd wordt in heroïsche woorden gesproken over de gevechten aan het IJzerfront, maar de strijd die de gewone man moest leveren, werd dikwijls uit het oog verloren. Zo lezen we op p. 54: Eigenaars van gestolen vee (…) zullen gestraft worden. De onrechtvaardigheid, willekeur en dagelijkse bekommernissen komen sterk naar voor in dit boek.

Bijkomend item: een uitklapbare kaart van Opdorp met daarop alle huizen aangeduid. Een bijgaande lijst geeft alle families. In 1977 nog te doen, deze lokalisatie. Nu van grote waarde voor wie zijn voorouders aan het begin van de 20ste eeuw exact wil lokaliseren in deze gemeente.

P. Servaes, Opdorp onder het juk. Kronieken uit de bezettingspriode 1914-1918, Buggenhout, 1977, 103 blz + bijlage.

Delen:
Rijksmiddelbaar onderwijs te Sint-Truiden

Rijksmiddelbaar onderwijs te Sint-Truiden

Rijksmiddelbaar onderwijs te Sint-Truiden

De titel laat al vermoeden dat het om een ouder boekje gaat. Over Rijksmiddelbaar wordt niet meer gesproken, al niet meer van 1989. Na de derde staatshervorming werd de terminologie immers Gemeenschapsonderwijs. In 2007 werd het kortweg GO!.

Het onderwijs in Vlaanderen en België sinds 1830 kent een bewogen geschiedenis. Dit werk dateert van voor één van de meest bewogen periodes, nl. de schoolstrijd van 1958. In 1950 vierde dat staatsonderwijs in Sint-Truiden zijn eeuwfeest. En dat was de redenen om één en ander te boek te stellen.

De schrijvers hebben omstandig het wedervaren van dit onderwijs in de stad beschreven. De wet van 1 juni 1850 beval de oprichting van 50 Rijksmiddelbare scholen. Vier in de provincie Antwerpen en hetzelfde aantal in West-Vlaanderen, vier in het Nederlandstalige deel van Brabant, drie in Oost-Vlaanderen en evenveel in Limburg (Sint-Truiden, Maaseik en Tongeren). De 32 anderen waren allen in het Franstalige deel van het land gepland.

Het boek heeft het over het onderwijs te Sint-Truiden tot ca. 1795; tijdens de Franse tijd en de Hollandse tijd.

Veel uitgebreider is het deel over de Belgische periode. Dat heeft aandacht voor de voorloopster (de Ecole Primaire Supérieur van Sint-Truiden – oprichting en werking) en de Rijksmiddelbare school zelf. Dat onderdeel is omstandig met de oprichting, inrichting, de eerste jaren en de verdere groei.

Het boek heeft een ruime bibliografie. Er is wat fotomateriaal aanwezig, maar dat blijft beperkt. De middelen waren er toen niet om echte fotoboeken te maken.

Een bijzonder document dat moeilijk te vinden is! Het werd op slecht 450 exemplaren gedrukt. Hoeveel zouden er nog van overblijven, 70 jaar later?

R. Cloesen, J. Roosen, Geschiedenis van het Rijksmiddelbaar onderwijs te Sint-Truiden, 1950, 150 p.

Delen:
Het Land van Bornem

Het Land van Bornem

Het Land van Bornem

De titel dekt niet volledig de lading, want nergens is duidelijk dat het om een boek in vier talen gaat.

Opvallend daarbij is dat voor het Nederlands 26 pagina’s werden ingeruimd, voor het Frans 32, voor het Duits 32 en voor het Engels 25. Er volgen dan nog een aantal illustraties.

Het geheel werd verlucht met kwalitatieve foto’s in kleur.

Bij de meeste publicaties in verschillende talen vormt het probleem dat je exact dezelfde lay-out krijgt voor elke taal. Ja kan dus bij een viertalig werk 75% van het boek als onnuttig beschouwen. Maar hier is ervoor gekozen om de illustraties doorheen het hele boek te verspreiden en tevens te voorzien van viertalige commentaar. Je kan dus wél het hele boek verkennen en er is op elke bladzijde wel iets te zien. Eigenlijk heb je dan 26 pagina’s tekst in het Nederlands en de overige 100 pagina’s zijn kijkplezier.

Naast de geschiedenis van Bornem en deelgemeenten (Hingene, Mariekerke, Weert met de gehuchten Branst, Nattenhaasdonk en Wintam), komen ook flora en fauna, kunst, dorpszichten en erfgoed aan bod.

Laat de viertaligheid niet in de weg staan om dit boek ter hand te nemen. De grote verdienste vind je in het beeldmateriaal.

Div. auteurs, Het Land van Bornem, Edipa Art Books Lier, 1995, 159 p., ill., ISBN 907546302-2.

Delen:
H.-Hartcollege Waregem

H.-Hartcollege Waregem diamant

H.-Hartcollege Waregem

Het aantal scholen dat hun historiek te boek hebben gesteld, vormt al een aardig grote groep. Het onderwijs is een belangrijke fase in een mensenleven en meestal blijven er goede jeugdherinneringen aan verbonden. Dat maakt dat lokale vorsers er een dankbaar onderwerp in vinden, zoals te Londerzeel. Het blijft voor een school een mooie promotie en een act van standing om zo’n uitgave te kunnen doen.

Soms zijn die monografieën zeer bescheiden, soms zijn dat een kleppers van formaat. Het H.-Hartcollege in Waregem vond dat het diamanten jubileum van 1989 voldoende aandacht verdiende. Dat vertaalde zich in een 621 pagina’s dik boek.

Alle aspecten van het collegeleven komen erin aan bod.

  • Historiek van het H.-Hartcollege
  • Hoger onderwijs: het graduaat
  • Het college en de tweede wereldoorlog
  • Studeren: van proefwerken, prijzen, studeren, tucht, feesten en nog meer
  • Religieus leven in het college: onderricht, leven, vieringen en zusters
  • Jeugdbeweging: KSA, VNV, JVF
  • Cultuur: toneel, lectuur, film, sport en muziek
  • Oudleerlingenbond
  • Leraars en schoolbevolking

Het werk heeft een uitgebreid namenregister en een beknopte bibliografie. De illustraties zijn beperkt, maar kwaliteitsvol. De schrijver zette met dit boek een mooie prestatie neer!

E. Verhack, Diamant voor het H.-Hartcollege Waregem 1929-1989, Waregem, 1990, 621 p.

Je kan hier nog meer lezen over Waregem.

Delen: