Maand: september 2021

Nieuw Gents idiotikon

Nieuw Gents idiotikon

Nieuw Gents idiotikon

Dit woordenboek van het Gents blijft heel moeilijk te vinden. Dat duidt genoeg aan hoe het is ontvangen door de Gentenaars zelf: ze hebben er een deel van zichzelf -hun moedertaal- in teruggevonden.

Alhoewel er andere dialectwoordenboeken zijn die qua volume dit ruim overtreffen, zoals deze van het Hasselts, het Anzegems en dichterbij het Lokers. Maar de auteur is er hier in geslaagd om toch een ruime selectie te brengen van 4.700 Gentse woorden, of in Gent anders gebruikte begrippen.

Dat zijn werk zo aanspreekt heeft zeker te maken met de leesbaarheid. Geen aaneenschakeling van woorden in een bijna Egyptische hiëroglyfen-spelling, maar eenvoudige schrijfregels die het duidelijk en aangenaam maken. De echteregels van de uitspraak op taalkundige vlak komen al uitgebreid aan bod in een apart werk van Johan Taeldeman met titel “De klankstructuur van het Gents Dialect”.

Hier ligt de klemtoon echt op de typische woorden. Trouwens, de auteur bekijkt dit boek als een uitbreiding van het “Gents Woordenboek” van Lodewijk Lievevrouw-Coopman. Hij wil de ontbrekende uitdrukkingen aanbrengen, want een taal verandert doorheen de tijd.

De bibliografie van twee pagina’s geeft de voornaamste bronnen op voor de studie van het Gents.

Edmond Cocquyt, Nieuw Gents idiotikon, 1995, 206 p., ISBN 90-75161-01-8.

Delen:
Alles heeft zijn tijd. O.-L.-Vrouw-van-Lourdescollege Patronaatstraat Edegem 1845-1995

Alles heeft zijn tijd. College Edegem 1845-1995

Alles heeft zijn tijd. O.-L.-Vrouw-van-Lourdescollege Patronaatstraat Edegem 1845-1995

“In dit boekje willen we op eenvoudige wijze een archiefbeeld ophangen van 150 jaar schoolgeschiedenis”. Zo lezen we in de inleiding.

Dat boekje is een boek geworden van 240 pagina’s. In zestien thematisch gerangschikte delen wordt aandacht besteed aan het hele schoolgebeuren. Vooral de laatste 50 jaar wegen sterk door als je het geheel beschouwt.

De auteur brengt wel héél wat feiten samen. Het geheel is vlot en wie wat wil weten over het ontstaan, de ontwikkeling en de organisatie van de school vindt zijn gading wel. Een apart deeltje belicht de school en WOII. Ook het schoolleven en de hoe kinderen dat beleven, wat in sommige studies over een school ontbreekt. Zelfs enkele veranderende pedagogische principes worden niet vergeten.

Achteraan is één bladzijde ‘geraadpleegde bronnen’ te vinden, maar dit is echt wel zeer summier. In het boek komt geen enkele verwijzing naar een bron voor, alhoewel het geheel toch aangeeft dat de schrijfster goed geïnformeerd was. De opmaak trapt wel in de val van nagenoeg achter elke zin een ‘return’ of een witregel in te lassen. Nogal wat heemkundige werken lopen daar mank: ze werken niet in paragrafen, maar in zinnen. Hier zorgt de vlotheid van de tekst voor verbinding.

De afbeeldingen zijn talrijk, maar soms echt wel donker. Maar weinig namen, wat een gemiste kans is.

Toch kan dit werk zeker bekoren. Een deeltje van Edegems verleden ligt vast op papier, door iemand samengesteld die er middenin stond (auteur was een zuster Annonciade van Veltem en onderwijzeres en directrice van de school) en daardoor over genoeg kennis beschikte.

Helena Van der Auwera, Alles heeft zijn tijd. O.-L.-Vrouw-van-Lourdescollege Patronaatstraat Edegem 1845-1995, Edegem, 1995, 240 p.

Delen:
Renaat Grassin, De powezeekes van ’t Ketsje

De powezeekes van ’t Ketsje

Renaat Grassin, De powezeekes van ’t Ketsje

Met deze “powezeekes” ofte “poëzietjes” in het slecht schoon Vlaams, zijn we bij gedichtjes aangekomen.

Renaat Grassin werd geboren in Sint-Gillis in 1900 en overleed in Ekeren in 1964. Hij werd acteur/cabaratier die zijn Brusselse roots nooit verloochende. Hij leefde en schreef in het Brussels onder de naam ’t Ketsje.

Deze tekstjes werden in de jaren ’70 en ’80 uitgegeven (waarschijnlijk door anderen verzameld), maar de twee editie waren onvindbaar geworden. Daarom gaf de Academie van het Brussels ze opnieuw uit in een licht gewijzigde spelling. Hier en daar een voetnoot om een term of woord te verduidelijken.

Een dertigtal items passeren de revue, waaronder drie liedjes met muzieknotatie: “Ma zinneke”, “Filozofee” en “Van draa breukes”, deze laatste de Sinterklaaslegende rond de drie kindjes in de pekeltobbe.

Het spreekt voor zich dat het sappige Brabantse dialect in alle kleuren naar voren komt. De eigen toonaard, helemaal anders dan het Vlaams (zoals het Lokers) en het Limburgs (zoals het Hasselts).

Streektaal, levend, dat was het handelsmerk van Grassin.

Renaat Grassin, De powezeekes van ’t Ketsje, Brussel, 2009, 96 p.

Delen:
Op weg naar school. De geschiedenis van de Zusters Maricolen en het katholiek onderwijs in Zolder Centrum

Katholiek onderwijs in Zolder

Op weg naar school. De geschiedenis van de Zusters Maricolen en het katholiek onderwijs in Zolder Centrum

Neem deze titel maar ruim. Theo Houben bespreekt meer dan het Katholiek onderwijs in Zolder. Doorheen het verhaal leer je de onderwijsgeschiedenis van de gemeente kennen. Mijlpaal daarin was de komst van enkele Zusters Maricolen na de Eerste Wereldoorlog. Het klooster van Staden – verwoest – zond vanuit hun vluchtplaats in Frankrijk enkele zusters.

Maar de auteur begint zijn verhaal vroeger. Hij spreekt over de stichting van deze zustergemeenschap in Dendermonde, over het klooster te Staden, over de onderwijsgeschiedenis in het algemeen en de situatie in zolder in het bijzonder. Ook de heerlijkheid Vogelsanck krijgt een woord uitleg, aangezien de adellijke familie hieraan verbonden insprong voor de eerste Katholieke school (alles samen ca. 75 p.).

En dan is de indeling ietwat raar. Onder 4.3 en de titel ‘Jonkvrouw Helena de Villenfagne’ komt eigenlijk de periode 1920-2000 aan bod (ca. 40 p.), aangevuld met 50 pagina’s klasfoto’s uit de periode 1970-2013. Mét de namen erbij, maar spijtig genoeg zonder situering (wie staat waar). Verder volgt de wijkschool in oostelijk Zolder met historiek en klasfoto’s (10 p.). Het Sint-Theresia Instituut krijgt ook aandacht (25 p.) tot de gedwongen verkoop in 1991.

Verder een woordje over de meisjeschiro te Zolder en de Zusters Maricolen in deze gemeente (met nadruk op de viering van 50 jaar en de leden van de gemeenschap.

Theo Houben, Op weg naar school. De geschiedenis van de Zusters Maricolen en het katholiek onderwijs in Zolder Centrum, Heemkundige Kring Zolder, 2019, 244 p., ISBN 9789463960397.

Delen:
Het Hof van Watervliet in de Oude Burg te Brugge

Het Hof van Watervliet te Brugge

Het Hof van Watervliet in de Oude Burg te Brugge

Verschillende schrijvers werkten aan dit boek over een patriciërshuis te Brugge, aan de Oude Burg. De Christelijke Mutualiteiten kochten dit pand in 1975 om er tijdelijk hun diensten onder te brengen terwijl ze zelf een nieuw gebouw optrokken in de plaats van hun oude kantoren op nummer 19 van de Oude Burg. In 1978 waren die af en kwam het Hof van Watervliet leeg te staan. De Cm beslisten om het geheel te restaureren en te herbestemmen als ontmoetingscentrum. Deze werken liepen van 1981 tot 1983.

Een eerste stuk gaat over het Hof van Watervliet en zhet Hof van Sint-Joris : wie heeft het gebouwd, wie heeft het in bezit gehad?

De bouwgeschiedenis, kunsthistorische analyse en restauratiebenadering nemen 35 pagina’s in. Een uitgebreid deel dat heel grondig het gebouw bespreekt.

De restauratie krijgt een apart stuk toegemeten. Hier wordt ook aandacht besteed aan oude bouwtechnieken en nieuwe elementen in bouwrestauratie.

Speciaal aan bod komen de balksleutels van het hof van Watervliet. In de zomer van 1982 werden onverwacht 11 gepolychromeerde balksleutels onder de pleisterlaag gevonden. Dat zijn ondersteuningsconstructies (ook ‘slof’ geheten) onder muurbalken. Het is een bewijs van de welstand van de oorspronkelijke bewoners dat zij zoveel aandacht konden besteden aan de binneninrichting.

Een laatste uitgebreid deel gaat over de archeologische ontleding van een post-middeleeuwse beerput op de binnenkoer.

Alles is ruim geïllustreerd en voorzien van uitgebreide bibliografie.

Diverse auteurs, Het Hof van Watervliet in de Oude Burg te Brugge, Uitgeverij Marc Vandewiele PVBA, Brugge, 1983, 112 p., D/1983-2995-10.

Delen:
90 jaar T.S.M. Kroniek van de Technische Scholen Mechelen en het Hoger Instituut De Nayer

90 jaar Technische Scholen Mechelen

90 jaar T.S.M. Kroniek van de Technische Scholen Mechelen en het Hoger Instituut De Nayer

Het eeuwfeest werd niet afgewacht om de geschiedenis van de Technische Scholen Mechelen te boek te stellen. De 90 jaar bleek voldoende en het Hoger Instituut De Nayer kon bogen op 70 jaar.

De auteur heeft geopteerd om de historiek te brengen in vier delen: van 1903 tot 1920 (ca. 60 p.), de periode tot 1942 (ca. 70 p.), de periode tot 1974 (ca. 95 p.) en 1974-1993 (ca. 85 p.). De eindbeschouwingen en bijlagen (chronologisch overzicht, lijst van personeel, schoolbevolking en bibliografie) nemen nog ca. 25 p. in. Een lijvig boek dus.

Het opzet is duidelijk het schetsen van de geschiedenis van deze scholen, met nadruk op de stichting, organisatie en evolutie. Het eigenlijke schoolleven komt in mindere mate aan bod (zoals opendeurdagen). De illustraties zijn ook eerder gelinkt aan de schoolevolutie dan aan beelden uit het schoolleven. Als het gaat om activiteiten is de historiek het aandachtspunt, niet het wie en waarom. Genoemde namen bij de foto’s – die de tekst enkel ondersteunen- behelzen directeurs en notabelen, personeel en personaliteiten. Leerlingen zijn blijkbaar ondergeschikt.

Dit is een heel uitgebreid boek, en proficiat aan de auteur die zoveel gegevens heeft samengebracht in een goed leesbaar overzicht van 90 jaar schoolevolutie. Het is het fundament van de historiek van deze scholen. Een nieuwe toekomstige publicatie kan wellicht de nadruk leggen op het schoolleven met de leerlingen centraal en de focus op het in beeld brengen van de activiteit?

Jef Vermeiren, 90 jaar T.S.M. Kroniek van de Technische Scholen Mechelen en het Hoger Instituut De Nayer, 1993, 372 p., D/1993/6630/01.

Delen:
Naamstenen 1914-1918

Naamstenen 1914-1918

Naamstenen 1914-1918

Tussen 1984 en 1988 werden 25 gedenkstenen opgericht. Zij herinneren aan de Eerste Wereldoorlog door een aantal markante of exemplarische plaatsen in herinnering te roepen. Daarbij hoorde een tentoonstelling die door West-Vlaanderen reisde. Deze brochure van toch 112 pagina’s hoorde bij die expo en geeft uitleg bij elke naamsteen.

Het boekje opent met een korte historische inleiding over WOI. Vervolgens passeren de naamstenen, gegroepeerd rond vijf thema’s.

  • De bewegingsoorlog van 4 augustus tot 31 oktober 1914, met de Slag aan de IJzer, de onderwaterzetting en het ‘Maison dus Passeur’.
  • De stellingenoorlog met de Vicogne-voorpost, de petroleumtanks, observatieposten van Ramskapelle en Pervijze, de medische verzorging (l’Océan in Vinkem en chirurgische voorposten) en het dagelijks leven (Le Lion Belge, John Mac Crae, School van de Koningin te Wulveringem).
  • Het Britse offensief van 1917 met de Drie Grachten en Luigem.
  • Het Duitse offensief van 1918 met de Grote Wacht Reigersvliet en de Slag bij De Kippe te Merkem.
  • Het eindoffensief van 1918 met de Legergroep Vlaanderen, de verovering van de Vlaamse Heuvelkam en het front eind september en begin oktober 1918.

Foto’s van de gedenkstenen, historische foto’s en een aantal kaarten zorgen voor beeldmateriaal bij de tekst. Het boekje sluit met een bibliografie.

Het geheel toont een aantal aspecten van deze oorlog – sommige eerder minder bekend – en eveneens geeft het een mooi overzicht van deze vier jaar die de Westhoek in een ruïne veranderden.

Diverse auteurs (coördinatie Provinciale Dienst voor Cultuur), Naamstenen 1914-1918, Brugge, 1988, 112 p., 1988/D/0248/27.

Delen:
De spuiters van Antwerpen. De Smookslikkers

De spuiters van Antwerpen

De spuiters van Antwerpen. De Smookslikkers

Jack De Graef geeft op zijn eigen manier een inkijk in het wedervaren van de Antwerpse brandweer van ca. 1935 tot ca. 1985, met nadruk op de laatste jaren. Hij weeft weetjes, anekdotes en verhalen aan elkaar.

Vragen zoals “Hoe word ik brandweerman in Antwerpen” over “verzamelaars van brandweermateriaal” tot brandtips met Antwerpse inslag. Grote herinneringen uit het brandweerverleden, zoals de V-1 bommen en de brand in de Sint-Pauluskerk. Maar ook tragische momenten, om even stil te staan bij de belangeloze inzet van het korps.

Dit boekje kan je echt helemaal uitlezen zonder verpinken. De vlotheid waarmee de auteur de gegevens aan elkaar schrijft, laat je blad na blad verder gaan. Nog een verhaal, nog een weetje. Gestructureerde geschiedenis is het niet, maar wel een bad waar de hele leefwereld van de  toenmalige Antwerpse brandweer vorm krijgt. Zeker de moeite waard.

Jack De Graef, De spuiters van Antwerpen. De Smookslikkers, Uitgeverij De Dageraad, Antwerpen, 1987, 176 p., ISBN 906371176X.

Delen: