Volkskunde

De marionetten in België

Marionetten in België

De marionetten in België

Het poppenspel heeft eeuwenlang bedelaar en koning vermaakt. De poppen vertolken op het podium elke scherts en traan en daarbij komt kritiek op maatschappij steeds mee loeren. Het t-poppentheater is zo de draaischijf van legendes, tradities, sprookjes, verhalen, schokkende feiten en kritisch debat. Het volk kijkt, geniet, lacht en begrijpt. Iedereen herkent zichzelf wel ergens in één of ander personage.

De aandacht gaat vooreerst naar een historisch overzicht en de algemene kenmerken van het poppenspel. Daarna volgen besprekingen per lokaliteit: Sinaai, Antwerpen, Luik, Brussel, Gent, Bergen en Doornik. Tenslotte nog een nabeschouwing over marionetten in Europa.

Er is een (heel) beperkte bibliografie aanwezig. Het werk is goed geïllustreerd.

De tekst is uitgevoerd in drie talen. Door dat te doen in drie kolommen per bladzijde, leest het boek door. Je hebt zo zeker niet het gevoel dat je bladzijden moet overslaan en je weet waar op elke bladzijde je moet kijken. Het Nederlands staat in de middelste kolom. Het lijkt wel dat het een vertaling is vanuit het Frans, dat net iets vlotter leest. De zinsstructuur in het Nederlands bijvoorbeeld lijkt soms een vertaling te volgen. Dat in het Nederlands het lidwoord in de titel van het boek zou wegvallen, is al een wegwijzer in die richting. Mardaga is ook een Franstalige uitgeverij.

Elisabeth Van der Elst, De marionetten in België, Mardaga, 1997, 160 p., ISBN 2870096593.

Delen:
Sanctus. Meer dan 500 heiligen herkennen

Sanctus. Heiligen herkennen

Sanctus. Meer dan 500 heiligen herkennen

Religie en bijgeloof speelden een grote rol in het leven van onze voorouders. Zij stonden niet los van het dagelijks handelen, maar waren er innig mee verweven.

Eén van die aspecten van volksdevotie zijn de talrijke heiligen. Daar raakt de officiële leer van het instituut kerk het dagelijks leven van de gewone mensen. Een soms wankel evenwicht, van geven en nemen. Doorspekt met legenden, gebruiken, rituelen en symbolen.

Elke heemkundige wordt op een bepaald moment geconfronteerd met heiligen. De naamgeving van kinderen, de interieurs, de plaatselijke kerkelijke kunst, kapellen en beelden, om maar een paar zaken te noemen.

Dit werk legt bondig een 500-tal heiligen voor die in Vlaanderen in de volkscultuur kunnen opduiken. Een korte levensschets, de devotie (in het bijzonder met betrekking tot het dagelijks leven), de iconografie en de feestdag komen aan bod.

Elke heilige wordt ook afgebeeld, veelal door weergave van een historische prent. In de andere gevallen gaat het om een foto van een beeld. Door die keuze is de link naar de volksdevotie gelegd.

Het geheel is zeker aangenaam leesbaar en het boek nodigt uit om te blijven grasduinen. Anderzijds staat de selectie garant om als leek niet te verdrinken in de overdadige Katholieke heiligenkalender. Zeker de moeite waard.

Jo Claes, Alfons Claes, Kathy Vincke, Sanctus. Meer dan 500 heiligen herkennen, Davidsfonds, Leuven, 2002, 320 p., ISBN 90-806883-3-9.

Delen:
Ambachten van de Lage Landen

Ambachten van de Lage Landen

Ambachten van de Lage Landen

Ambachten horen onlosmakelijk bij het leven van onze voorzaten. Iedereen die wat opzoekt over eigen familie of gemeente komt er mee in aanraking. Bevolkingsregisters bevatten beroepen. Akten vermelden ook de bezigheden van de aangevers en getuigen. Maar wat hielden die werkzaamheden eigenlijk in?

Dit boek is een mooie leidraad om enkele van die beroepen beter te leren kennen. Tekst en beeld geven een idee van de handelingen en het materiaal. Daarmee is het boek zeker interessant voor wie belangstelling heeft voor oude gebruiksvoorwerpen.

Komen aan bod: bakker, bierbrouwer, boekbinder, drukker, glasblazer, hoefsmid, kaasmaker, mandenmaker, molenaar, pottenbakker, rietdekker, scheepsbouwer, sigarenmaker, tingieter. Het blijft een selectie natuurlijk. Eigenlijk kunnen er nog delen verschijnen, want waar zijn bijvoorbeeld de kleermaker, de ketellapper, de kantklosster, spinner of wever.

Het boek leest vlot en verduidelijkt de opgesomde ambachten. Voor de doe-het-zelver achteraan nog een gidsje om zelf bier, brood, kaas of manden te maken. Het blijft een kind van zijn tijd, toen kermissen met ambachtsmarkten hoogtij vierden. Maar deze laatste gidsjes nemen slechts 15 pagina’s in beslag. Het zwaartepunt ligt echt wel bij kennis maken met de verschillende beroepen.

Louis de Koning, Hans van der Lijke, Jaap Weidema, Ambachten van de Lage Landen, Van Holkema & Warendorf, 1980, 143 p., ISBN 9026947879.

Delen:
Brugse humor in de geneeskunde

Brugse humor in de geneeskunde

Brugse humor in de geneeskunde

Elk dialect heeft zijn eigen klank en zijn eigen leefwereld. Die is opgebouwd uit de taal, maar ook uit die unieke manier van de  wereld zien. Daarin komen elementen voor uit de leefomgeving: figuren, beelden, kleuren, gebeurtenissen.

De auteur heeft oog en oor gehad voor dat taalgebruik. Specifiek dan gekoppeld aan wat hij elke dag beroepshalve te horen kreeg: de Bruggeling met klachten, ziektes en plagen. Die zich soms eens versprak bij al die moeilijke medische termen.

Hij brengt deze uitspraken en dit specifiek volks jargon samen per onderwerp. Het leest als een verhaal van ongemakkelijkheden van de wieg tot het graf. Per thema komen de onderdelen met de verschillende wijzen waarop een Bruggeling het verwoord of zou verwoorden. Bijvoorbeeld bij de spijsvertering: onwel zijn, maagklachten, darmklachten, winden. De typische Brugse dialectwoorden vindt de lezer onderaan de bladzijde verklaard. Dat maakt het lezen gemakkelijk, ook voor wie het dialect niet machtig is.

Het spreekt voor zich dat het geheel een mengelmoes is van soms serieuze problemen die door de omschrijving op de lachspieren werken. Want rond en sappig vindt het dialect steeds zijn weg naar de beste omschrijving.

Een mooie prestatie om de levende taal in een specifieke context te registreren. En toegankelijk, dat bewijzen de talrijke herdrukken van dit boekje.

William De Groote, Brugse humor in de geneeskunde, Brugge, Uitgeverij Marc Van de Wiele, 1990, ISBN 9069660786, 96 p.

Delen:
De hondenkar

De hondekar

De hondenkar

In zijn tweedelig werk ‘Mijn land in de kering’ over Vlaanderen en België van 1830 tot 1980, schrijft Karel Van Isacker: ‘Koning van de baan is de gehele 19de eeuw de kruiwagen’. Dan is de hondenkar wel koningin. Op hoeveel oude prentkaarten is er ergens in het straatbeeld geen hondenkar te bemerken?

Terecht wijdt de Vlaamse Trekhonden Vereniging “Met hond en kar” een uitgave aan dit fenomeen. En terecht zet zij er als ondertitel bij: “Een verdwenen straatbeeld”. Deze vereniging is nog actief en zet zich in om dit stukje erfgoed, samen met de trekhondenrassen te bewaren.

Luc Briers en Marcel Schippers zetten in dit werk niet zomaar wat plaatjes bij elkaar. In vlotte stijl en goed geïllustreerd hebben ze het over alle aspecten van de hondenkar:

  • De hondenrassen
  • De kar
  • Andere taken voor trekhonden (leger, bakfiets, kruiwagen, stoorkar, ploeg)
  • Gespan en getuig
  • Welke lasten of doelen hadden hondenkarren?
  • Relatie mens-hond
  • De trekhond in literatuur en kunst
  • Wetten en dierenbescherming
  • Wat blijft er van over?

Bij verschijnen was dit het enige werk over dit aspect van het dagelijkse (economisch) leven van onze voorouders. En het is bij deze uitgave gebleven. Zeer moeilijk te vinden!

Luc Briers en Marcel Schippers, De hondekar, 1989, 120 p.

Delen:
Oude gebruiken en gerechten uit Limburg

Oude gebruiken en gerechten uit Limburg

Oude gebruiken en gerechten uit Limburg

Geschiedenis en heemkunde kunnen soms zwaar op de maag liggen. Maar als het gaat over dagelijkse gebruiken, dan wordt alles wat lichter verteerbaar. En als het gaat over drinken en eten, met wat praktijk erbij, groeit het aantal geïnteresseerden. “Op grootmoeders wijze” staat nog steeds goed op de kaart.

Maar wat bakte die (over-)grootmoeder er van? De Limburgers kunnen het nalezen in dit boek.

Dat de keuken afhing van wat er voorradig was, hoeven we niet te vertellen. Dat die voorraad dan weer afhing van land en bodem, is ook duidelijk. Er zit in Limburg (of Land van Loon, zoals het boek verklaart) zo’n groot verschil tussen de Kempen van de boekweit, de Haspengouwse fruitstreek, het Maasland en de streek van Halen die bij Brabant aansluit.

In het boek worden aan voedsel verbonden volkskundige elementen verklaard tussen de recepten heen. Het gaat bijvoorbeeld over het ei en de paasgebruiken en dan volgen verschillende toepassingen in de keuken. Niet zoals een kookboek, met de opsomming van de ingrediënten en dan de bereidingswijze, maar kort en krachtig. Duidelijk genoeg om aan de slag te gaan, kort genoeg om niet het idee te krijgen in een kookboek te zitten lezen.

Een bibliografie verwijst naar meer. Enige verluchting door de typische tekeningen van Steven (Wilsens), zelf een Limburger en gekend voor zijn toeristische en volkskundige werken zoals Landelijk leven in Vlaanderen.

J. Collen, J. Lambin, Oude gebruiken en gerechten uit Limburg, Antwerpen, Uitgeverij Helios, 1977, 176 p., ISBN 9028902805.

Delen:
Volksdevotie in West-Vlaanderen

Volksdevotie in West-Vlaanderen

Volksdevotie in West-Vlaanderen

Het leven ging op het ritme van de klokken. Religie had een belangrijke plaats in het leven van onze voorouders. In die mate dat er heel veel sporen van terug te vinden zijn. In het landschap, in huis, in onze taal, in de papieren en archieven. Al veel is er over geschreven, gaande van parochiegeschiedenissen (zoals bv. Koewacht) tot geloof (zoals bv. te Nevele) en bijgeloof (zoals in de visserij).

Walter Giraldo behaalde de titel van licentiaat in de Germaanse filologie. Eigenlijk was hij dus taalkundige. Maar hij hield zich al van 1949 bezig met volksdevotie en mirakelverhalen. Zijn thesis ging over Geboorte, huwelijk en dood in het Brugse volksleven.

In dit werk komt veel van die kennis samen. Hij behandelt de volgende onderwerpen:

  • “Dienen” oftewel op bedevaart gaan. Want ‘dienen’ wordt in West-Vlaanderen in die betekenis gebruikt.
  • Volksdevotie en ziekte of ziek-zijn.
  • Processie en rondgang.
  • De aanrakingsritus en exorcisme of ‘belezen’.
  • Amuletten en gewijde voorwerpen.
  • Invloed van waterbronnen op de devotie.
  • Offeren en magie, zoals ‘de koorts afbinden’.
  • Het offer in natura, (openbare) verkoop van dieren voor een heilige.
  • Ex-voto’s (was, zilver, marmer, schilderijen en prtretten, varia).

Elk deeltje is ongeveer even lang, alleen het laatste is met meer dan 30 pagina’s heel uitgebreid.

Het boek voorziet in registers op heiligen, personen, plaatsen en zaken/dieren. Daarmee kan de vorser zeker aan de slag. De auteur voorzag meer dan 500 voetnoten, waar de geïnteresseerde op kan terugvallen. De bibliografie zet zeker ook op weg. Bovendien is het werk mooi geïllustreerd.

Dit is ongetwijfeld een schat aan informatie voor zowel volkskundige als heemkundige, binnen en buiten de behandelde provincie. Alleen blijft het een opdracht om het te pakken te krijgen, wat genoeg zegt over de waarde die eraan gehecht wordt. Uitgegeven op groter formaat 24,5×32 cm.

Walter Giraldo, Volksdevotie in West-Vlaanderen,  Brugge, Uitgeverij Marc Van de Wiele, 1989, 164 p., ISBN 90-6966-057-1.

Delen:
Heilige huisjes

Heilige huisjes

Heilige huisjes

De auteur bundelt in dit boek een aantal onderwerpen over volksdevotie en volksreligie. Dat dit gaat over Katholieke elementen, zal wel duidelijk zijn. Vlaanderen was in dat Katholiek bad gepokt en gemazeld tot achter de oren.

Er zijn negen aandachtspunten:

  • Heiligen en de volksgebruiken daarrond
  • Bedevaartsplaatsen
  • Maria en haar prominente plaats in de devotie
  • De afbeelding van heiligen met hun attributen
  • Beschermheiligen
  • Sint-Niklaas
  • Relieken en de handel daarin
  • Waterbronnen
  • Naar een heilig leven?

Ondertussen zijn we 40 jaar verder. Sommige zaken, vastgelegd op foto, zijn ondertussen folklore geworden. Andere gebruiken zinderen nog door.

Rijk geïllustreerd, vlot leesbaar, als kennismaking of vermakelijke literatuur zeer geschikt. Er is geen register, wat opzoeken moeilijk maakt. Het ontbreken van een bibliografie en verwijzingen zullen de vorser op zoek naar meer diepgang, naar andere, meer gefundeerde werken doen grijpen zoals het werk ‘Volksdevotie in West-Vlaanderen’. 

Paul Koeck, Heilige huisjes. Geloof en volksgeloof, bedevaarten en ommegangen, heiligen en hun hulp in nood, Antwerpen, Standaard Uitgeverij, 1981, ISNB 9002143990.

Delen:
Het Grote Lierse Kerstmis- en Nieuwjaarsboek

Lierse Kerstmis- en Nieuwjaarsboek

Het Grote Lierse Kerstmis- en Nieuwjaarsboek

In ‘Het Grote Lierse Kerstmis- en Nieuwjaarsboek’ dekt de titel de lading. Lier en de eindejaarsfeesten.

De auteur is geen onbekende in Lier: in zijn eigen vlotte stijl bracht hij drie delen van het Groot Plezant Vertelboek bij elkaar. Hij trekt dit door en begint met een ruime omschrijving van hoe hij de feesten beleefde.

Quasi alles rond Kerstmis komt ook doorheen het boek aan bod: de middernachtmis, de versiering van de kerstboom, gezegden, liedjes en de eerste kerstboom in Lier.  Er is ook plaats voor wat recepten en culinaire beschouwingen over de Lierse feesttafel.

Daarbij wordt het geheel gespekt met Lierse vertellingen. Een koppeling met Felix Timmermans mocht niet ontbreken.

Tenslotte krijgen we een beeld van het vieren van Kerstmis op verschillende plaatsen in Lier.

Slechts de laatste pagina’s zijn voorbehouden voor Nieuwjaar en Oudejaarsavond. Het zingen krijgt hier aandacht. De auteur sluit af met een eigen nieuwjaarsbrief. Daarover valt er meer te lezen in dit het boek ‘Nieuwjaarsbrieven van 1746 tot nu‘.

Het hele werk kent een paar spaarzame illustraties. Dat mocht misschien iets meer zijn. We misten tevens een beetje een inhoudstafel. Dat maakt het sowieso makkelijker iets terug te vinden in een boek dat niet echt in thematische hoofdstukken is opgedeeld. Maar als vlot leesvoer met volkskundige inslag verdient het zeker om onder de aandacht gebracht te worden.

Wim Van Gelder, Het Grote Lierse Kerstmis- en Nieuwjaarsboek, 124 p., [1993].

Delen:
Beiaarden en torens in België

Beiaarden en torens in België

Beiaarden en torens in België

De UNESCO erkende op 24 november 2014 de beiaard als immaterieel erfgoed. België kreeg daarin de titel van gidsland. Het is de verdienste van enkele mensen, die zich jarenlang hebben ingezet voor het behoud en herstel van deze instrumenten. We noemen zeker Jef Denyn (1862-1941) en Luc Rombauts met zijn studie Zingend brons (Davidsfonds, 2011).

Dit boek heeft het over die beiaarden. De titel zou eventueel laten vermoeden dat de belforten ook besproken worden, of donjons, of andere torens. Maar het gaat over de klokken.

Verschillende auteurs brengen een element uit de beiaardcultuur aan: klokkengieten, klokkenwijding, ontstaan van de beiaard, de beiaardkunst doorheen de tijden, klokkenroof, beiaardgieters, de beiaardmuziek en de beiaardschool van Mechelen. Een woordje over de uitstraling van deze Vlaamse muziekvorm naar de wereld. Een uitstapje naar de beiaard in de volkscultuur en in de miniatuur- en prentkunst vervolledigen dit deel (66 p.).

Een tweede deel geeft een overzicht van de beiaarden in België. Over 80 pagina’s komen alle instrumenten in hun respectievelijke torens aan bod. Want ja, zoveel zijn er in België te vinden.

Het boek is mooi geïllustreerd en vlot leesbaar.

Gilbert Huybens (red.), diverse auteurs, Beiaarden en torens in België, Gemeentekrediet, 1994, 168 p.

Delen: