
Begin er maar aan: “… in oude prentkaarten”. Als het gaat om een klein dorp, zal materiaal schaarser zijn dan wanneer je een stad in beeld wil brengen. Dan gaat het weer om het maken van keuzes. Beperken in tijd? Beperken in thema’s? Beperken in locatie of wijken?
De titel “Aalst in oude prentkaarten” houdt meteen een overdrijving in. Neen, het is het Aalst van ruwweg 1900 tot 1914. Vooral dan stadszichten, want die zijn in ruime mate voorhanden. Hier en daar ook een persoonlijkheid of een groep. Bij die enkelingen worden namen vermeld. Maar velen poseren anoniem.
Er vinden 158 prenten een plaats in dit boekje. Voorzien van een tekst die één en ander situeert. Literatuur was er genoeg voorhanden over de Ajuinenstad. Jos Ghysens, in samenspraak met andere Aalstenaars, selecteerde en stelde samen.
Beeld 145 is misschien hét Oilsjterse stadsleven ten top: Ros Beiaard met begeleidende vioolkrabber en de reuzen Polydore, Polydora en Polydorken. Alleen iemand met Aalsterse roots begrijpt het geheel. En de buren uit Dendermonde, die het niet willen begrijpen. Net zoals Aalst Karnaval.
Zo zien we dat er meer dan een eeuw later nog sporen van die tijd doorleven, niet alleen in de gebouwen, maar ook in de volksaard van de stad.
Jos. Ghysens, Aalst in oude prentkaarten, Europese Bibliotheek, Zaltbommel, 1971, 162 p.